Ongemerkt verandert de taal...
...en gebruikt iedereen woorden waarvan de betekenis eerst anders was.
Omdat ik dagelijks met taal bezig ben, zie ik dat er geleidelijk aan iets verandert. Dan heb ik het niet over straattaal of uitdrukkingen die kinderen en jonge mensen gebruiken, maar taal die ik dagelijks tegenkom in documenten van mijn klanten, in nieuwsbrieven en in kranten. Ik wil hier twee woorden uitpakken. Misschien gebruik jij deze woorden inmiddels ook, waarschijnlijk onbewust.
Het eerste woord is 'binnen'. Dit kom ik steeds vaker tegen, bijvoorbeeld: ‘Binnen ons bedrijf werken veel mensen’, in plaats van bij of in ons bedrijf. Het vreemde aan het gebruik van dit woord is dat het vroeger uitsluitend werd gebruikt in de betekenis ‘in een ruimte’, dus niet buiten, of als aanduiding van een tijdsbestek: ‘binnen een week’. Ook betekent ‘binnen zijn’: je schaapjes op het droge hebben.
Het tweede woord is 'zichzelf'. Volgens de Dikke van Dale is dit een nadrukkelijke vorm van ‘zich’. Toch kom ik het overal tegen in documenten en verhalen waar het geen nadrukkelijke vorm betreft, maar in plaats van ‘zich’ gebruikt wordt, zoals in: hij wast zichzelf. Geen enkele reden om hier iets te benadrukken, want de betekenis in ‘hij wast zich’ lijkt me ook al duidelijk. Volgens mij is het toevoegen van ‘zelf’ vaak overbodig, maar het raakt steeds meer ingeburgerd in onze taal.
Toch blijft dit een vreemd fenomeen. Waarschijnlijk is er ooit iemand mee begonnen en anderen nemen het over. Eerlijk gezegd blijf ik het nog even ‘verbeteren’, terwijl het geen verkeerde woorden zijn. Waarschijnlijk zijn ze over een tijd zo ingeburgerd dat zelfs ik het niet meer ‘verbeter’.