Skip to main content

taaltips

D of –dt?

Voeg geen 't' achter de stam van het werkwoord als er 'ik' voor of 'jij' achter de werkwoordsvorm staat (ik word / word jij). Er komt wel een 't' achter de stam wanneer hij/zij/u achter of hij/zij/u/jij voor het werkwoord staat. Een ezelsbruggetje om te bepalen of er een 't' achter de stam van het werkwoord komt, is om het werkwoord te vervangen door een vervoeging van lopen.

Voorzetsel passend bij het werkwoord

Als je het juiste voorzetsel bij een werkwoord zoekt, plaats het werkwoord met voorzetsel dan buiten de zin. Met enig taalgevoel weet je het juiste voorzetsel te vinden.

Betrekkelijke voornaamwoorden

Die gebruik je als je verwijst naar 'de'-woorden (de jongen die …), dat heeft betrekking op 'het'-woorden (het huis dat …), wat heeft betrekking op onbepaalde woorden (het laatste wat ik wil …).

Tegenwoordige of verleden tijd?

Gebruik geen verschillende tijden (tegenwoordig en verleden) door elkaar. Behalve als er twee verhaallijnen door elkaar lopen (heden en verleden).

Overbodige woorden

Overdrijf niet met woorden. Veel is al veel en hoeft niet heel veel te zijn en zoals bijvoorbeeld is echt dubbelop.

De meervoud 's'

De meervoud 's' komt direct achter het woord (clichés, shampoos, lentes), tenzij er een verkeerde uitspraak dreigt zoals in taxi's, opa's, dat schrijf je met een apostrof (') s.

Hun of hen?

Als er een voorzetsel voor staat, dan is het altijd hen. Is het een meewerkend voorwerp (kun je er aan of voor voor plaatsen), dan schrijf je hun. In alle andere gevallen is het hen. En 'hun hebben' is echt fout, ook al hoor je dat steeds vaker.

Jou of jouw?

Jouw is een bezittelijk voornaamwoord en gebruik je voor een zelfstandig naamwoord (jouw pop, jouw auto). In alle andere gevallen gebruik je jou of je.

Los of aan elkaar?

Als het voorzetselgedeelte van het woord slaat op een woord dat erachter staat, dan schrijf je het los. Zo niet, dan is het één woord.

Cijfers of letters?

Gebruikelijk is om 0 t/m 20, tientallen t/m 100, honderdtallen t/m duizend, duizendtallen t/m 10.000 en de ronde getallen 1000, 1.000.000, 1.000.000.000 als tekst te schrijven en alle andere getallen in cijfers. Het is echter niet verplicht. In korte berichten (sms, e-mail) is het beter om alleen getallen te gebruiken. Bij exacte waarden in jaartallen, temperatuur, gewicht, geld en snelheid worden altijd cijfers gebruikt.

Enkele of dubbele aanhalingstekens?

Letterlijke citaten schrijf je alleen met dubbele aanhalingstekens. Maar ook die mogen met enkele aanhalingstekens worden geschreven. Zorg consequent te zijn in het gebruik van deze tekens. Niet de ene keer bij een citaat enkele en vervolgens bij een citaat dubbele aanhalingstekens.

Een handig pdf-document: